Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Elia zeide tot Elisa: [2]Blijf toch hier, want de HEERE heeft mij naar [3]Beth-el gezonden. Maar Elisa zeide: [[4]Zo waarachtig als] de HEERE leeft en uw ziel leeft [5]ik zal u niet verlaten! Alzo gingen zij af naar Beth-el. 2. Dit beveelt hij om Elisa te beproeven, of om de wijze zijner opneming uit een heilige nederigheid te verbergen, zijnde hem niet geopenbaard dat Elisa daarbij moest wezen. 3. Zie van deze stad, Gen.12:8. 4. Dat is, zo waar het is, dat de Heere leeft en dat gij leeft, zo waar is het ook, dat ik van u niet zal scheiden. Dit is hier eigenlijk geen eed, ten aanzien van het tweede lid, maar een verzekering van hetgeen men zegt door vergelijking van hetzelve met iets anders, hetwelk buiten twijfel is. Alzo in het volgende, en 1 Sam.1:26, en 1 Sam.25:26, en onder, hfdst.4 vs.30, enz. 5. Hebreeuws, zo ik u verlaten zal! alzo hfdst.1 vs.4,6.